Nieuws uit de kleutergroepen

donderdag 11 januari 2024

Kleuters spelen graag. Ook op school in groep 1 en 2 wordt veel gespeeld. Dat is niet voor niets. Verschillende wetenschappers hebben onderzoeken gedaan naar het belang van spelen en zijn het erover eens dat spelen de belangrijkste activiteit is voor het jonge kind. Kinderen zijn nieuwsgierig naar de wereld van grote mensen en willen daar graag in meedoen. In hun spel proberen ze daarom ook vaak ‘grote-mensen-dingen’ na te bootsen. Volwassenen noemen dat spelen, maar voor het kind is het leren. Een voorbeeld daarvan is het spel in de huishoek.

Er is veel te vertellen over het spel van kinderen. Het spelen van rollenspel zoals dat in de huishoek gebeurt, hoort een ontwikkeling door te maken. In het begin zie je dat kinderen slechts handelingen verrichten met voorwerpen. Na verloop van tijd gaan ze daar taal bij gebruiken en uiteindelijk ontstaat er een samenspel waarbij kinderen rollen aannemen waarbij ze op elkaar reageren en een verhaaltje kunnen spelen.

Deze ontwikkeling blijkt erg belangrijk te zijn voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. In het spel corrigeren kinderen elkaar op hun gedrag waardoor zelfregulatie op gang komt. Maar ook leren zij in het spel emoties te uiten, zich in te leven in een ander en wat ‘normale’ gedragsregels zijn.

Daarnaast heeft dit spel invloed op de ontwikkeling op het mentale vlak. Als het spel zich goed ontwikkelt, zoeken kinderen uit zichzelf naar iets dat net buiten hun vermogen ligt, waardoor ze spontaan tot leren komen. Daarbij kun je denken aan het willen schrijven van een boodschappenbriefje, het willen voorlezen aan de pop, het nadenken over een probleem, het gebruiken van woorden die ze nog niet kenden maar die net geleerd zijn in het thema. Omdat kinderen bovendien vaak voorwerpen gebruiken die iets anders te verbeelden (het kleed is de ene keer een tent en de andere keer de zee) leren ze abstract denken.

Juf Christine doet voor haar afstuderen in groep 1/2b onderzoek naar dit spelen en dan met name naar de mate waarop je daar als leerkracht invloed op kunt hebben. Hiervoor wordt in de komende weken tijdens het spelen en werken drie keer per week spelbegeleiding gegeven. Dat houdt in dat de leerkracht op die momenten een rol aanneemt in het spel en mee gaat spelen. Doordat de leerkracht extra denkimpulsen kan geven, bijvoorbeeld door het inbrengen van een probleem, zou dat kunnen leiden tot een hoger niveau van spel.

De uitkomst van het onderzoek zal aan het eind van haar stage gepresenteerd worden aan het team en, als daar aanleiding toe is, natuurlijk gebruikt worden in beide kleutergroepen.

 

Delen via